Entwistle : 29.10.2017
Van Montreal naar Edmonton.
Jochem en ik zijn in oktober 3 weken naar Canada geweest en hebben de Defender van de oostkust naar het westen van Canada gebracht
Op 10 oktober zijn we naar Montreal gevlogen, we hadden een hotel geboekt in de buurt van de stalling waar we de volgende morgen de auto hebben opgehaald, nadat we de nodige proviand hadden ingekocht vertrokken we richting Ottawa. Net buiten Montreal hoorden we een hard gesis, we controleerden de banden maar het bleek geen lekke band te zijn, we reden verder maar het begon toch wel te stinken in de auto, bij een winkelcentrum gestopt en het bleek dat de accu’s waren geëxplodeerd en het accu zuur er was uitgelopen, na de zaak te hebben schoon gemaakt bleek de auto niet meer te starten.
een vriendelijke Canadees heeft ons geholpen de auto weer aan de praat te krijgen.
We besloten direkt naar Ottawa te rijden en onderweg niet te stoppen en daar op zoek gaan naar een Battery Store die we toen ook nog toevallig direkt tegen kwamen toen we de stad in reden.
een jong echtpaar heeft ons daar erg goed geholpen, het bleek dat de mensen van de stalling onze lege accu’s met te veel stroom te snel hadden opgeladen.
Met een nieuwe accu konden we daarna op zoek gaan naar een motel. De volgende morgen hebben we nog het centrum van Ottawa bezocht maar het was er nog erg koud en zijn dan ook later op die dag doorgereden naar Pembroke, onderweg hebben we langs de Ottawa rivier kunnen genieten van de „Indian Summer“.
We hadden al uitgerekend dat we goed moesten doorrijden om die knap vier duizend kilometer binnen ons tijdschema af te leggen. We reden dan ook elke dag circa 300 kilometer, de dag begon met een eigen ontbijt in de auto of op de kamer, Jochem wou in het begin nog wel graag zijn ochtend eitje. Om 10 uur werd er dan onderweg koffie gezet en tussen de middag werd er gekookt waarbij ik dan een wijntje kon drinken omdat Jochem daarna verder reed, tegen de avond zochten we dan weer een motel.
De provincie Ontario is erg bebost en in deze tijd van het jaar heel kleurrijk, Jochem vond het wel erg veel bos en water en mopperde dan ook dat ik daar dan ook nog elke keer weer foto’s van moest maken, maar voor het middag eten zochten we wel steeds een mooi plekje op in het bos en aan het water.
We reden langs de grote Canadese meren via North Bay, Sudbury (met nikkel mijnen), Sault Ste. Marie, Wawa, Nipigon (met een mooie Canyon) en Thunder Bay.
op een gegeven moment had Jochem genoeg bossen en meren gezien en wilde hij in de steden musea ed. bezoeken, dus In Thunder Bay naar een museum (was meer een indoor pretpark) en s’middags nog naar het historisch fort William (die al gesloten was voor het seizoen).
Het werd onderweg steeds kouder, de winter was op komst, de kleurrijke „Indian Summer“ veranderde langzaam in een geel landschap. op zo’n koud weer was ik niet ingesteld en heb dan nog een mooie nieuwe winterjas van „Canadian Goose“ aangeschaft.
Onderweg bedacht ik me ineens dat we vorig jaar in Zuid-Amerika een probleem hadden met het koelwater systeem en dat het in het regenwoud van Ecuador is gerepareerd (daar kennen ze geen koelwater met antivries). Wij dus op zoek naar een garage om het koelwater te vervangen maar het bleek moeilijk om er een te vinden die ons direct kon helpen, alle auto’s in Canada moesten worden geprepareerd voor de winter.
In Winnipeg konden ze ons bij een Landrover garage eerst na het weekend helpen maar dat was voor ons te laat, wel hebben ze voor ons een afspraak gemaakt bij een Landrover garage in Saskatoon de hoofdstad van Saskatchewan.
Winnipeg is wel een aardige stad en we konden er dan ook nog een extra dag blijven, dat paste Jochem wel, dus weer op zoek naar een museum. Het historisch museum is goed opgezet, met een uitgebreide presentatie van het indiaanse geschiedenis, het landschap, de dierenwereld maar in het bijzonder van het ontstaan van de pelshandel en de „Hudson Bay Company“.
Tot aan Winnipeg bleef het bossen en meren, bij het plaatsje „Portage la Prairie“ veranderde het landschap in vlakke landbouw gronden. De komende dagen rijden we dus door een redelijk eentonig maar wijds landschap.
Inmiddels hebben we ook contact gehad met Henry de Groot, een neef van Marja, die in Entwistle woont, circa 100 km ten westen van Edmonton. Henry en familie wonen buitenaf op een boerderij. Onze auto mag bij de familie in de stalling, Jochem en ik blijven er een paar dagen en helpen een dag op de boerderij. Marja zal volgend jaar wanneer we in juni de reis voortzetten wat meer vertellen over haar familie in Canada.