unbenannt-6875

Canada I Province Quebec

Quebec:  22.05.2017

Van Sydney naar Québec

De nachtboot brengt ons weer terug naar Sydney.

We gaan de zelfde weg terug tot Truro en dan aan de oost kant van New Brunswick naar het noorden. Het is een lange rit, het weer wordt er niet beter op en in de stromende regen komen we aan in Shediac. Hier gaan we dus maar op zoek naar een hotel, overnachten in een mooi oud hotel, het Tait House, maar met moderne luxe kamers. Het weer klaart op en de volgende dag rijden we tot Bathurst. Hier doen we de was in een mooie, net geopende laundry, een kilometer verder is een camping, ook net een dag open, en bij een mager zonnetje slaan we ons kamp op. Het is toch steeds weer fijn na een tijd in hotels te hebben geslapen nu weer in onze auto te kunnen overnachten.

Het heeft de laatste weken, zoals wij ook meegekregen hebben, veel geregend aan de oostkant van Canada. Vooral de provincie Québec heeft veel overlast ondervonden. We gaan verder naar het noorden, steken bij Campbelton het water over en gaan richting het Nationaal park Gaspesie.

Waar wij links af moeten, net voor de rivier richting noord, is de doorgaande weg afgesloten. De brug is niet meer begaanbaar omdat de zware regenval van afgelopen week een aantal pijlers heeft verschoven.

De hele weg langs de rivier zien we de schade die de overstroming heeft aangericht, ze zijn nog druk bezig met repareren en opruimen. Een paar dagen eerder en we hadden hier niet langs gekund. Ook in het park, op een plek aan de rivier waar we even pauze houden is een brug verzakt.

Aan het eind van de middag komen we dan aan bij de Saint Lawrence baai en gaan opzoek naar een camping. Er zijn er een paar, maar bij de eerste sta je direct tussen straat en water en vol in de wind, de volgende is nog niet geopend.

Een paar kilometer verder staat een bord met chalets-camping,  proberen dus. We rijden er naar binnen komen bij een gebouw waar twee mannen staan te praten. Wij vragen of we hier kunnen overnachten we zien namelijk geen plekken.

We zijn in de provincie Québec en daar spreken ze Frans, en dus geen woord Engels. Bij ons is dit andersom…

Maar met handen en voeten en drie woorden Frans blijkt dat we hier, wat wij dachten dat de tuin was, konden staan. In het gebouw, waar een van de mannen woont, is het sanitair en zelf een kleine ruimte met tafel en stoel waar we kunnen zitten, eten enz.

Ook mooi, want buiten is het nog steeds erg fris en hier brand de verwarming. Als we ’s avonds wat rond lopen ontdekken we dat er een heel  Adventure park is met kletter tuin. Allemaal niet meer in gebruik lijkt het.

De volgende morgen komt er een jonge dame naar ons toe en begint in het Engels tegen ons te spreken. De dochter van de eigenaar, we hebben een heel leuk gesprek, vertellen over onze reis en zo. Het blijkt dat vader best wel nieuwsgierig naar ons was en haar dus op ons af stuurde. Het park moesten ze een paar jaar geleden sluiten omdat het niet meer rendabel was. Nu komt er af en toe nog iemand.

De volgende dag rijden we verder langs het water naar Matane waar we de veerboot nemen naar de noordkant van de St. Lawrence baai. Als we op de boot zijn begint het te onweren, we hebben internet en omdat we aan het begin van de avond aankomen in Baie-Comeau boeken we een hotel. Maar goed ook, als we van de boot rijden stortregent het.

In het Hotel Manoir Baie-Comeau drinken we een cocktail en kletsen met de barkeeper die 10 jaar geleden uit Nepal naar hier kwam en echt niet terug wil.

In dit deel van de St. Lawrence baai is de kans groot dat je walvissen ziet. Althans dit staat op borden langs de weg, gegarandeerd ook nog! En dat moeten wij geloven?

Al die jaren, de hele kust van Zuid- tot Noord Amerika langs gereden, en altijd op de verkeerde tijd daar waar ze te zien zijn, en dan zal het nu wel lukken?

Camping Paradis Marin zegt het ook, ze zijn ook net open en er is dus volop plek. De dame stuurt ons naar, wat zij zegt, de mooiste plekken, vlak aan het water. Zoek er maar een uit, en we vinden er een. Ook het weer is ons goed gezind en we genieten van de zon.
Aan het eind van de dag zitten we al een heel tijdje op de rotsen aan het water en opeens ziet Jos links van ons wat uit het water springen, en nog een keer. een tijdje niets, en dan opeen rechts van ons nog een paar keer. Warempel, ze hebben gelijk, eindelijk walvissen gezien!

Omdat het er zo fijn is blijven we nog een dag, rijden wat rond en aan het eind van de dag, wij weer zitten….. niets.

Gaan naar onze auto, en ineens roept iemand, kijk links, een kleine groep witte walvissen!

Nu we dit gezien hebben kunnen we wel weer verder gaan.

We rijden langs de Saguenay River land inwaarts, maken een wandeling in een NP naar de kant van de rivier. Als het lunchtijd is zoeken we een plek om te koken. Dat is niet altijd makkelijk omdat geen parkeer of recreatie plekken zijn. We vinden een plek vlak bij de weg. Iets verder staan een paar huizen. Kinderen spelen daar en komen, met een omweg, langs ons gelopen.

Als we bijna klaar zijn komt er een auto aangereden, stopt, en een man doet het raam naar beneden en begint, op zijn Frans natuurlijk, tegen ons te keer te gaan. Dit is geen camping en zo, en weet ik wat nog meer, zoveel begrijpen we er ook wel van. Niet dat dit nou zo’n mooie plek is om te staan….. In al die jaren dat we onderweg zijn is dit de eerste keer dat er iemand tegen ons te keer gaat. Franse afstammelingen, zeggen we tegen elkaar, tja…..

We zeggen vriendelijk, op zijn Engels, dat we alleen even eten en dan echt niet hier willen blijven..

We vinden een plek op de camping ” De tuin van mijn vader” in La Baie.

De volgende dag onze voorraden maar weer eens aanvullen en richting Québec.

Eigenlijk willen we nog een tussenstop maken, maar de omgeving is er niet naar. Geen campings en we zijn op hoogte, dus koud.

We rijden door tot Québec waar we aan de rand van de stad een fijne camping vinden met goede WiFi. Voor het eerst zitten we ’s avond op de voorstoelen, iPad op het dashboard, een film te kijken. Af en toe de verwarming aan en op tijd naar bed.