unbenannt-6738

Canada I Newfoundland

Shediac:  19.05.2017

New Foundland

Welkom op New Foundland, stromende regen en harde wind, en dat om 7 uur ’s morgens. Eerst maar een stukje rijden.Een uur later is er een parkeer mogelijkheid. De regen is opgehouden maar het waait nog steeds hard.
Neus van de auto in de wind en dan staand in de luwte ontbijten.
We gaan weer op weg, verdwalen is hier zo goed als onmogelijk want er is maar een hoofdweg op het eiland. Hoe verder we rijden hoe beter het weer.
In New Foundland is het seizoen nog niet begonnen dus alle campings nog dicht. We gaan naar Corner Brook, overnachten in de Glynnmill Inn. Ook hier zijn ze nog niet echt op gasten ingesteld, restaurant en bar nog dicht. We checken rond de middag in en rijden langs de fjord naar zee bij Lark Harbour.
De volgende dag eerst kijken hoe de weersverwachting voor de komende dagen is. Op dit moment is die in het oosten nog goed en zal later in de week minder worden dus besluiten we eerst naar, voor ons, het verste punt te rijden. Twillingate, in de hoop daar ijsbergen voorbij te zien komen. Het is een flink stuk rijden dus op tijd weg.
Er is weinig verkeer dus we schieten goed op. Op eens maakt Jos een noodstop, ziet hij een eland staan. Ik probeer zo goed mogelijk vanuit de auto een foto te maken, maar dat beest staat met zijn achterwerk naar mij toe. Jos kan dat beter, stapt uit de auto, slaat de deur dicht, en de eland gaat er vandoor…..Rond koffie tijd zijn we zo’n anderhalf uur voor ons einddoel. Op een mooie plek met zicht op de nog dichtgevroren zee parkeren we op een doodlopend weggetje, langzaam verder en na een uurtje willen we ons middagmaal gaan koken… kooktoestel en koffiekan?.
Vergeten, we kijken elkaar aan, het is nog vroeg… doodlopende weg….goede kans dat het er nog staat. Dus terug. Dan is het altijd verder dan je denkt, maar na een klein uurtje zijn we daar en staat het stel gemoedelijk op ons te wachten…
In Twillingate overnachten we in de B&B Sunshine Inn, nieuw, modern en gezellig, waar we onze eigen gang kunnen gaan. Sinds een paar weken zwaaien hier twee zussen de scepter. Aan de achterkant kijken we uit op de noch dichtgevroren haven. De zon schijn en we besluiten wat rond te rijden in de buurt van het dorp.Op het hoogste punt zien we wat verder weg op zee een ijsberg. Jos maakt wat foto’s. Morgen hopen we er dan wat meer te zien als we bij het uitkijkpunt bij Crow Head zijn…..
De andere morgen, mist! En dat blijft de hele dag zo .
We rijden maar wat rond, gaan uit eten, versturen een kaart en gaan vroeg naar bed.Terug, richting zuid overnachten we in het slechtste motel van deze reis in Springdale.
De volgende stop is Rocky Haber, op de weg daar naar toe, tijdens ons dagelijkse koffie moment komt een man een praatje maken, over zijn depressie , de begrafenis van een vriendin waar hij op dit moment eigenlijk moet zijn maar dit niet aan kan…
We tonen begrip en gaan zo snel mogelijk verder. In Rocky Haber is het weer een stuk beter, vooral zonniger, dan in het oosten. We rijden eerst aan de zuid kant van de fjord naar Trout River , daar lunchen aan een meertje, op de terugweg koffiedrinken op het verlaten recreatie park bij Lomond. Naar ons hotel waar we een kamer hebben direkt aan de haven met blik op een mooie zonsondergang.
De tweede dag rijden we langs de Saint Laurencebaai naar het noorden en terug, zien een kleine kudde kariboes, en maken een wandeling in het natuurpark Gros Morne. Als we teruglopen horen we een bekend zoemend geluid. Drone! O, zegt Jos, zo’n ding heb ik ook bij mij en er de hele reis nog niet aan gedacht….
Je kunt wel na gaan wat we toen gingen doen.
Het bevalt ons goed in Hotel Rocky Haber zodat we er een dag langer blijven. We bezoeken de vuurtoren en rijden naar Norris Point en voor de lunch rijden we weer naar Lomond. Weer een noodstop, ziet Jos een beer aan de kant van de weg. Dit keer had hij meer geluk en liet het beest zich eerst nog fotograferen voor hij tussen de bomen verdween.
Zondagmorgen gaat het dan in alle rust weer richting boot. We nemen kleine weggetjes langs de kust die steeds weer met een boog op de grote weg uitkomen.
Veel te vroeg zijn we dan weer bij de haven en wachten geduldig tot we op de boot kunnen die ons vannacht weer naar het vaste land brengt.